Buitenparlementaire onderzoekscommissie wil dat Grapperhaus eindelijk luistert

De Buitenparlementaire Onderzoekscommissie (BPOC) verzoekt Ferdinand Grapperhaus om ontvangst op het ministerie van Veiligheid en Justitie. Ze willen met hem praten over buitensporig politiegeweld tijdens coronademonstraties.

Pieter Kuit en zijn dochter Jade Kuit hebben namens de BPOC een brief opgesteld gericht aan Grapperhaus. Daarin verklaren ze de reden van het verzoek. De brief is hier terug te vinden.

Eerdere pogingen

Ze gaan in op eerdere pogingen om het onderzoek naar buitensporig politiegeweld onder de aandacht te brengen. Ten eerste benoemen ze Kamervragen van Tweede Kamerleden Van Haga en Van Meijeren: ‘U gaf de heer van Meijeren als antwoord dat er geen buitenparlementaire onderzoekscommissie nodig was, omdat er geen buitenproportioneel geweld plaats zou vinden en het Nederlandse politiekorps haar werk uitstekend deed. Aan de heer van Haga antwoordde u dat u op de hoogte was van de verklaringen, maar dat u de validiteit van deze verklaringen niet kon controleren.’

Ten tweede laten ze weten: ‘Een eerder gedane toezegging door de politie-ombudsfunctionaris mevrouw Letty Demmers ons te ontvangen en het rapport met de getuigenissen van de agenten en de verklaring van de notaris in ontvangst te nemen, is door mevrouw Demmers niet nagekomen ondanks haar toezeggingen en aandringen van onze kant.’

Verklaringen

De onderzoekscommissie geeft aan vele verklaringen over disproportioneel politiegeweld tegen coronademonstranten te hebben ontvangen van agenten. Zij vreesden vanwege de verklaringen over misstanden bij hun werkgever voor het behoud en/of verdere verloop van hun baan. Daar bleef het niet bij, blijkt uit de brief: ‘Op het moment dat de commissie bekend maakte met de agenten naar buiten te zullen treden zijn er ernstige bedreigingen tegen het leven geuit, zowel tegen commissieleden als tegen de agenten.’

Naar buiten

De professionele en fysieke veiligheid van politiemensen kwam steeds meer onder te staan, stelt de BPOC. Tegelijkertijd werd de echtheid van de verklaringen steeds meer in twijfel getrokken: ‘Daarom hebben de agenten aan de commissie verzocht toch naar buiten te mogen treden. Op dat moment is de commissie op zoek gegaan naar een geschikte locatie voor 80 agenten en hun eventuele partners.’

De schrijvers geven aan dat het niet gelukt is een geschikte locatie te vinden en spreken van contact met twee alternatieve kanalen die een hoorzitting wilden faciliteren. Dat kon echter alleen wanneer die werd verbonden aan de naam van de mediakanalen. ‘De Commissie hecht aan haar onafhankelijkheid. Ook de agenten waren er niet mee akkoord om onder de naam van een alternatief kanaal naar buiten te treden.’

Twijfel

De commissie ziet dat agenten in de afgelopen maanden zijn gaan twijfelen of het wel verstandig is met hun verklaringen naar buiten te komen. Nu de organisatie van een complete hoorzitting niet is gelukt en bovendien eerdere verzoeken om aandacht in de Tweede Kamer en bij de politie niet zijn gehonoreerd, sturen ze een brief aan Grapperhaus. Daarmee hopen ze dat de agenten alsnog collectief naar buiten kunnen treden. De BPOC hoopt binnen vijf werkdagen een respons van demissionair minister Grapperhaus te ontvangen.

Burgerinitiatief

De BPOC presenteert zich als initiatief door en voor burgers – volledig onafhankelijk van overheid, bedrijfsleven en politiek. Na de eerste coronamaatregelen zagen de oprichters van de commissie misstanden rond het coronabeleid. Deze werden echter niet goed onderzocht en gehoord door de overheid, vonden zij.

Ze zagen dat er geen parlementaire onderzoekscommissie werd gevormd ten aanzien van opstellen en uitvoeren van wet- en regelgeving rond de uitbraak van corona. Daarom zijn ze een buitenparlementaire onderzoekscommissie gestart. Het dossier politiegeweld bevat 80 verklaringen van gewetensbezwaarde politiemensen.

Bekijk hieronder een interview van Jorn Luka met Pieter Kuit