Dit is hoe de media en de overheid jou indoctrineren door middel van taalgebruik – Analyse door Neerlandica
Taal is een krachtig middel waarmee de overheid en de reguliere media de massa kunnen beïnvloeden en manipuleren. Dit werd al duidelijk tijdens de ‘coronacrisis’ (en vele zogenaamde crises uit de geschiedenis), waarbij taal werd gebruikt om de bevolking te overtuigen van het belang van bepaalde maatregelen en om een bepaald beeld te schetsen van de situatie. Nu de Eerste Kamer op het punt staat de omstreden ‘pandemiewet’ erdoorheen te jassen, is het des te belangrijker bewust te zijn van de massahypnose die hieronder ligt.
Jacques Derrida, een bekende Franse taalfilosoof, stelt dat taal nooit neutraal is. Elk woord, elke zin, elk verhaal wordt gevormd door de context waarin deze zich bevinden. En die context kan, zoals we weten, worden gecreëerd door mensen met een bepaald doel voor ogen. Door de context van een boodschap te bepalen, kan de spreker een bepaalde betekenis oproepen en zo de emoties en gedachten van de toehoorder beïnvloeden.
Denotatie en connotatie zijn termen uit de semiotiek, de wetenschap die zich bezighoudt met de studie van tekens en symbolen. Denotatie verwijst naar de letterlijke notatie van een woord – de letters, of het teken, terwijl connotatie verwijst naar de betekenis die eraan verbonden is: de semantiek. Het doelbewust in bepaalde contexten plaatsen van woorden kan zo leiden tot een bepaalde connotatie en daarmee een bepaalde beleving van de realiteit.
Ter illustrayie: als we maar vaak genoeg het woord ‘man’ (denotatie) aan een vrouw (connotatie) toekennen en dit consequent zo blijven gebruiken, dan draagt het woord ‘man’ al snel genoeg de semantische lading van wat wij nu ‘vrouw’ noemen.
Neem bijvoorbeeld de maatregelen waar het gros van de bevolking de afgelopen twee jaar zomaar mee akkoord ging.
Een makkelijk voorbeeld van taalindoctrinatie zijn de uitingen van Hugo de Jonge, waarbij hij sprak over het belang van vaccinaties en het beschermen van kwetsbare groepen. Hij gebruikte termen als ‘veilig’, ‘effectief’ en ‘crisis’. Door deze termen te gebruiken, probeerde hij enerzijds de angst voor corona te vergroten en de angst voor de vaccinaties te verminderen en hen hiermee te overtuigen van het belang hiervan. De term ‘veilig’ heeft door de context waar deze normaliter in worden gebruikt een positieve connotatie. Door deze connotatie te koppelen aan vaccins en ‘kwetsbare groepen’ werd de vaccinatiebereidheid onder de bevolking vergroot.
Tegelijkertijd werd er door de overheid in het algemeen en de media een bepaald beeld geschetst van de situatie, waarbij termen als ‘lockdown’, ‘intelligente lockdown’, ‘anderhalve meter samenleving’ en ‘het nieuwe normaal’ werden gebruikt. Door het woord ‘intelligent’ te gebruiken, wordt er een positieve connotatie gegeven aan de lockdown en wordt de indruk gewekt dat deze noodzakelijk en verstandig is. Tegelijkertijd wordt er door het woord ‘lockdown’ een gevoel van opsluiting en beperking opgeroepen, waardoor de bevolking zich gedwongen voelt om zich aan de maatregelen te houden. Door al deze termen tegelijkertijd te gebruiken, werd er een bepaalde normaliteit gesuggereerd en werd er impliciet gezegd dat de lockdown alleen maar tijdelijk zou zijn als we meewerken om ‘de crisis te overwinnen’. Er werd een beeld geschetst dat er geen andere optie was dan de opgelegde maatregelen te accepteren, dat verzet hiertegen zinloos zou zijn.
Daarnaast is er ook sprake van massaindoctrinatie, waarbij de boodschap constant wordt herhaald en er weinig ruimte is voor kritische geluiden. Denk bijvoorbeeld aan een Hugo de Jonge die bij een persconferentie zegt dat ‘nog’ niet iedereen geprikt is. Technisch gezien geen leugen, maar het woord ‘nog’ draagt een belangrijke connotatie met zich mee: nu niet, maar het gaat nog gebeuren. Door dit woord aan zijn uitspraak toe te voegen, wordt er gesuggereerd dat uiteindelijk iedereen dit zal doen, en dat jij raar of anders bent als je dat niet doen. Nog effectiever zijn zijn uitspraken met het woord ‘al’: ‘Al x aantal mensen zijn geprikt’. Het woord ‘al’ doet het zelfde als het woord ‘nog’, maar dan in het positieve. Het aantal dat hieraan wordt verbonden klinkt hierdoor direct als ‘veel’ . Tevens suggereert ‘al’ dat er nog velen zullen volgen. Als De Jonge bijvoorbeeld ‘maar’ zou gebruiken, en hetzelfde aantal noemt, klinkt dit opeens weinig. Kleine woorden kunnen een grote, onbewuste semantische lading creëren.
Ook worden er nieuwe connotaties en associaties gecreëerd bij bestaande woorden of juist nieuwe denotaties – ook wel neologismen,- zodra deze een semantische lading krijgen. Neem bijvoorbeeld de woorden ‘wappie’ of ‘complot’, of onderwerpen als 9/11, 5G, chemtrails, -en inmiddels ook zonnebrandcrème en carnivoordieet. Door deze toe te kennen aan mensen die vervolgens als knettergek worden afgeschilderd, wordt het bijna onmogelijk gemaakt om een open en kritisch debat te voeren over deze onderwerpen en de impact daarvan op de samenleving. Althans, mensen durven dit niet meer te doen. Maar denk ook aan iemand die bijvoorbeeld kritisch is over vaccinaties, die hierdoor direct wordt gekoppeld aan het geloven in een platte aarde, omdat er wellicht een aantal mensen zijn die beide eigenschappen bevatten. Dit wordt door de reguliere media uiteraard uitvergroot, waardoor iemand die slechts vragen stelt over het prikbeleid direct als ‘gek’ kan worden weggezet.
Het is belangrijk om ons bewust te zijn van de kracht van taal en de context waarin deze wordt gebruikt. Door kritisch te blijven en ons te blijven informeren over verschillende perspectieven, kunnen we ons eigen standpunt vormen op basis van feiten en rationele argumenten en ons wapenen tegen manipulatie.
Zoals ik eerder heb gedaan, zal ik de komende tijd weer verschillende artikelen en toespraken onder de loep nemen en analyseren op het gebied van taalmanipulatie. Suggestie? Stuur deze dan naar laila@weltschmerz.nl
Lees onze huisregels ook even. Wilt u ook meediscussiëren maar bent u nog geen lid? Meld u dan hier aan en geniet van alle voordelen.