Linda in het AD: “Praten over seks: je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen”

Linda in het AD: “Praten over seks: je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen”

Linda, Linda, Linda. Had ik al Linda gezegd? Linda vindt wat over kinderen en seks. En wat zij vindt, heeft ze op anekdotische wijze neergepend in dit artikel dat het AD voor haar publiceerde. Linda vindt namelijk dat kinderen niet vroeg genoeg kunnen beginnen met leren en praten over seks, je lijf en gevoelens, en dat dit een mening is die een publicatie behoeft.

Linda’s eigen kinderen zijn 8 en 10 (is dat al te laat?) en gaven volgens haar artikel zelf aan dat ze de Week van de Lentekriebels ‘stom’ vinden en niet over seks willen praten:

,,Nee hè”, zei die van 10. ,,Dan moeten we elke dag over seks en zo praten, ik heb nog liever een extra les taal.” Die van 8 rolde een keer met haar ogen en vatte het onderwerp in vier letters samen: ,,Stom.”

Blijkbaar was dit voor Linda geen duidelijk signaal om nog even met dit soort lessen te wachten. Want Linda, die een paar keer per week een verhaaltje mag delen in het AD en op geen enkele wijze een expert op dit gebied is, weet blijkbaar beter wat goed is voor kinderen dan de intuïtie van haar kinderen zelf.

“Zelf heb ik ook een allergie voor al die ‘weken van’, want kom op hé, er wordt tegenwoordig zelfs voor de grootste onzin een themaweek in het leven geroepen. Maar de Week van de Lentekriebels vind ik dan weer wél een goeie. Want praten over seks, je lijf en gevoelens: je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen.”

Linda denkt hier door contrast met andere ‘weken van’ de nadruk te leggen op hoe leuk en goed de Week van de Lentekriebels WEL is.

‘Niet voor niets blijkt uit onderzoek dat kinderen die goed zijn voorgelicht later weerbaarder zijn en meer plezier beleven tussen de lakens. Ook krijgen ze minder vaak met problemen te maken, zoals gedwongen seks, een soa of tienerzwangerschap.’

Ik vind dit altijd zo makkelijk, ‘blijkt uit onderzoek’. Alsof onderzoek een absolute meervoud is, een algemene wetenschap waarnaar je niet hoeft te verwijzen of geen bronnen voor hoeft aan te leveren. Dit laatste gebeurt dan ook niet in Linda’s artikel.

Uit ervaring, ik heb als docent in het verleden tal van dit soort kriebel-lessen moeten bijwonen, weet ik dat dit soort voorlichtingen niet stoppen bij ‘waar komen kindjes vandaan en hoe werkt dat’. Namelijk, ook seksuele oriëntatie (alle 500 nogwat), gender-identiteit (eveneens alle 500 nogwat) en andere seksuele handelingen worden niet onbesproken gelaten. Hierbij worden dan boekjes gebruikt waarin een lammetje (niet een schaap, zegt ook wat) zich bijvoorbeeld laat ombouwen naar een varken.

Ik denk dat dit ook is wat Linda bedoelt met ‘praten over gevoelens’. ‘Praten over gevoelens’ vind ik overigens helemaal geen slechte zaak. Sterker nog, ik vind inderdaad dat je daar niet vroeg genoeg mee kan beginnen. Echter, wanneer dit gevoelens zijn die worden gecreëerd, (ben ik een jongen of een meisje, of geen van beiden? Wil ik een polyamoreuze relatie?) vind ik dat je hier niet laat genoeg mee kan beginnen. Want als een kind echt zulke gevoelens heeft, dan ontstaan die ongeacht iemand hen er over heeft verteld of niet. En als je je kind inderdaad in het algemeen over gevoelens leert praten, dan komt dit er ook wel uit. Dan weet je als ouder ten minste zeker dat dit niet het meedoen-aan-een-hype is.

En dan nog over ‘seksuele handelingen’ die zich niet direct tot voortplanting beperken, deze bladzijden komen uit een boekje waar ‘vanaf 4 jaar’ op staat. Misschien heb ik zelf niet vroeg genoeg voorlichting gekregen, maar volgens mij heb je geen levendige uitleg over ‘pijpen’ nodig als je wil weten hoe voortplanting werkt en slechts 4 jaar oud bent, Linda.

Rutgers ontkent dat het boekje Wat is Seks waar deze afbeelding afkomstig van is door hen wordt aanbevolen.

Echter, Rutgers prijst dit boekje wel degelijk aan in de brochure die te downloaden is via haar website (klik hier).

Zie:


Lentekriebels

Alleen het woord al. Ik krijg inmiddels behoorlijke kriebels (lees: rillingen) van die Lentekriebels. Het woord suggereert dat kinderen tijdens de lente een soort gevoel (moeten) krijgen dat met seks te maken heeft. Wat zijn dit precies voor kriebelige gevoelens, als je 8 en 10 jaar oud bent? of 4? Hebben zij daadwerkelijk dit soort gevoelens, of worden deze bij ze naar binnen gegoten middels dit soort themaweken?

,Papa en mama, de meneer zegt dat iedereen een fijn plekje heeft en dat het heel normaal is als je daaraan zit. En dat álle vaders en moeders dat wel eens doen. Jullie ook?”

‘Ik verslikte me bijna in de aardappels om er daarna samen heel hard om lachen. Geeft niks. Want net als seks is lachen ook heel gezond.’

De meneer zegt?! Als een volwassen man tegen mijn dochter van 8 zou zeggen dat ‘iedereen een fijn plekje’ heeft, zouden toch wel alle alarmbellen afgaan. Ik vind dit echt typisch de wereld anno 2023. Dit is hetzelfde als een kind van anderhalf een bikini-topje aandoen, omdat anders misschien mannen naar haar borsten(?!) kijken. Dit soort mensen verbinden ‘seks’ aan ‘kinderen’, en wat zij denken als middel te gebruiken om hiertegen te ‘vechten’, is eigenlijk het resultaat. Het wordt hiermee gecreëerd. Lees bijvoorbeeld de volgende uitspraak van Linda:

‘Wees blij dat kinderen leren dat het heel gewoon is om over seks te praten en dat het nergens voor nodig is je te schamen voor je lijf. De huidige tijd, vol #Metoo-schandalen, leert ons immers dat dit vroeger veel te weinig is gebeurd.’

Hier wordt een soort oorzaak-gevolgrelatie beschreven die stelt dat ’te weinig voorlichting’ leidt tot meer #Metoo-schandelen. Hoe leert ‘de huidige tijd, vol #Metooschandelen ons IMMERS dat we vroeger te weinig voorlichting hebben gehad? Volgens mij is het gewoon normaal, ethisch, menselijk gedrag, om een ander geen pijn, in welke vorm dan ook, aan te doen. Moet je kinderen letterlijk vertellen dat je iemand niet mag verkrachten? Dat als iemand ‘nee’ zegt, dit dan ook ‘nee’ betekent? En als je dit kinderen uitlegt, denken zij dan wanneer het zover is (hopelijk op latere leeftijd dan 10, 8 of 4..): ‘Ah, die leraar zei destijds dat ik iemand niet mag aanranden, dus ik doe het toch maar niet’?

Als het instinct er wel is, maar je moet het middels themaweken afleren, denk ik dat de bron van het probleem toch echt iets anders is. Ik zou ook, – even onbewezen- , kunnen stellen dat praten over seks tot meer seks (en dus ook meer misbruik) leidt. Kinderen leren immers eerder over het bestaan van seksuele handelingen, beginnen er dan eerder mee, zonder dat hun moreel kompas nog volledig ontwikkeld is.

Een lesje ethiek lijkt hier dus eerder op zijn plaats dan een lesje seks.

En daarbinnen kun je altijd nog benoemen dat seks tegen iemands wil een no-go is. Daar heb je geen les over ‘fijne plekjes’ voor nodig.

Gender-identiteit

Kinderen worden ook in verwarring gebracht door te ‘leren’ over genderidentiteit, op de cruciale leeftijd dat identiteit überhaupt nog zeer kneedbaar en nog volop in ontwikkeling is. Hoe draagt dit bij aan verdere identiteitsontwikkeling, op onder andere seksueel gebied? En wat voor psychische problemen met bijbehorende (seksuele) handelingen brengt dit op latere leeftijd met zich mee?

Ik weet het, ik heb ook niks van het bovenstaande bewezen. Daarom stel ik vragen, en doe ik geen aannames zoals Linda, maar stel ik deze juist bloot. Ook zeg ik niet dat we ‘blij’, of iets anders moeten zijn.

Wel durf ik te stellen dat we heel waakzaam moeten zijn, dat een kleuter nog niet hoeft te leren wat pijpen is of zich moet afvragen of hij misschien een zij is. Ook durf ik te zeggen dat seksualiteit en zelfs pedofilie in de hand worden gewerkt door dit soort themaweken, kinderen worden namelijk gelinkt aan seks – door volwassenen.

Logo
Ons nieuws en interviews worden mogelijk gemaakt door onze leden. Help ons mee en word ook lid!
Word stamgast
Al vanaf €10 p/m
Reacties
Kruip aan de bar en klets mee over dit artikel.

Lees onze huisregels ook even. Wilt u ook meediscussiëren maar bent u nog geen lid? Meld u dan hier aan en geniet van alle voordelen.

Abonneer
Laat het weten als er
De nieuwsbrief met nieuws dat je nergens anders leest.