Politie en OM kunnen groeiend aantal zedenzaken niet aan
Nog niet de helft van alle zedenzaken wordt op tijd behandeld. Ondanks 15 miljoen euro die eind 2019 vrijkwam voor het aannemen van negentig extra zedenrechercheurs, worden aangiftes vaak “plankzaken.” Een familielid van een misbruikt meisje van vijf, wiens zaak werd geseponeerd: “En toen werden we afgebeld, alsof je niets waard bent.”
“Het heeft te maken met capaciteit, prioriteiten en uitstroom van mensen,” legde Nieuwsuur-verslaggever Gert Janssen uit bij Radio1. Hij noemt ook een toevloed van extra zaken het afgelopen jaar, “juist vanwege alle ophef rond The Voice of Holland en andere schandalen.” Politievakbond ACP noemt ook een laag salaris voor zedenrechercheurs en structurele politieke onderfinanciering als reden. Het opleiden van medewerkers voor de afdeling zedenzaken is bovendien (tijds)intensief.
In het artikel dat Radio1 aan de zaak besteedt komt een politiewoordvoerder aan het woord. Hij draagt een opmerkelijke reden aan voor de problemen rond de zedenzaken, namelijk de toename aan onderzoeksmogelijkheden: ‘De aanpak van zedenzaken is complexer en arbeidsintensiever geworden, voornamelijk doordat er meer digitale onderzoeksmogelijkheden zijn.’
De cijfers
Het actualiteitenprogramma Nieuwsuur deed onderzoek naar de behandeling van zedenzaken. Sinds 2014 moet de politie 80 procent van alle zedenaangiften binnen zes maanden onderzoeken en doorsturen naar het Openbaar Ministerie. In 2018 gebeurde dat in twee derde van de gevallen, een cijfer dat destijds al als beneden de maat werd gezien. Gemeten over de eerste negen maanden van 2021 werd nog maar 51 procent van de zaken binnen die tijdslimiet behandeld. Het OM kent dezelfde streeftijd voor behandeling. Het scoorde in 2018 al slechter dan de politie, maar overlegt voor 2021 een nog mindere score: het stuurt nog maar 34 procent van de zaken op tijd door naar de rechtbank.
De rechtbanken presteerden iets beter de eerste maanden van 2021, maar ook daar kan het tempo omhoog: in 72 procent van alle zedenzaken was er binnen de norm van drie maanden een eerste vonnis. Die norm ligt met een termijn van drie maanden overigens hoger dan voor de politie en het OM. Niet alleen constateert Nieuwsuur een trage afhandeling, van uitstel komt regelmatig afstel.
Midden-Nederland is volgens meerdere bronnen de regio waar de nood het hoogst is. Politiebond ACP meldt dat daar 233 van de 508 zaken langer lopen dan de gewenste 6 maanden.
Over het randje
De behandeling van een zaak betreffende een meisje van vijf is daar een goed voorbeeld van volgens Janssen. De zaak liet anderhalf jaar op zich wachten en werd vervolgens ‘een plankzaak.’ Ofwel, het werd op de lange baan geschoven. Vervolgens werd de moeder van het meisje gebeld. De moeder van het meisje kreeg een dag voordat de eerste verhoren zouden plaatsvinden een telefoontje: “Een onbekende rechercheur die doodleuk in een gesprek van vijf minuten doodleuk zonder verdere uitleg vertelt: ‘de zaak gaat niet door.’ Alsof je niets waard bent. Alsof je over het randje wordt geduwd.”
Lees onze huisregels ook even. Wilt u ook meediscussiëren maar bent u nog geen lid? Meld u dan hier aan en geniet van alle voordelen.