Rusland stelt haar eigen gasprijsplafond vast voor de EU

De Russische president Vladimir Poetin heeft donderdag een decreet ondertekend dat staatsenergie-reus Gazprom gedeeltelijk ontheft van zijn verplichtingen jegens haar buitenlandse partners die afkomstig zijn uit landen die sancties oplegden aan Moskou.

Volgens het decreet, gepubliceerd op het officiële overheidsportaal, is het voor Gazprom en haar dochterondernemingen verboden om te betalen voor gas, of voor de productie en het transport ervan, als het om samenwerking met haar EU-partners in Rusland gaat. Dit gaat op als het bedrag hoger is dan de specifieke kosten die door de Russische regering zijn vastgesteld.

Het decreet richt zich op de gezamenlijke projecten van Gazprom met het Duitse Wintershall en het Oostenrijkse OMV. In samenwerking met de twee bedrijven ontwikkelt Gazprom twee grote aardgasvoorraden in Rusland, de velden Yuzhno-Russkoye en Urengoyskoye.

De regeling is met terugwerkende kracht ondertekend en is van kracht vanaf 1 maart 2022 en loopt tot 1 oktober 2023. De overheid moet binnen tien dagen een prijslimiet stellen.

Zowel Duitsland als Oostenrijk zijn lid van de EU, die in verband met Oekraïne meerdere sancties aan Rusland heeft opgelegd. Mario Mehren, hoofd van Wintershall, zei in april dat Rusland de grenzen had beperkt in haar partnerschap met Europese bedrijven, wat het einde betekent van “een tijdperk van lange en intensieve economische samenwerking” tussen Rusland en Duitsland. Tijdens de zomer zei hij echter dat zijn bedrijf niet van plan is om zijn ‘joint ventures’ in het land te beëindigen.

OMV heeft nieuwe investeringen in Russische projecten geweigerd en heeft plannen aangekondigd om haar deelname aan het Yuzhno-Russkoye-veld, waar het een aandeel van 25% bezit, te herzien.

Beide bedrijven kunnen nog reageren op het decreet van Poetin.

In een verklaring van het Kremlin, zei Dmitry Peskov dat het presidentiële decreet geen reactie is op het westerse prijsplafond voor Russische olie dat eerder deze maand van kracht ging.

‘Nee, dit is een beslissing die niets te maken heeft met deze Europese ontwikkelingen. Het is in feite een reactie op de acties van een aantal onvriendelijke landen’, zei hij vrijdag tegen verslaggevers.