Iran zweert wraak op Trump en 93 andere Amerikanen vanwege Soleimani-moord

Omdat de moord op militaire leider Qassem Soleimani alweer drie jaar geleden is, hebben een aantal Iraanse functionarissen nu wraak gezworen. De seismische moord van 3 januari 2020, zou de schuld zijn van 94 Amerikanen, waaronder de toenmalige president Donald Trump.

De lijst met verdachten, die nog niet openbaar is gemaakt, werd dinsdag aangekondigd door Kazem Gharibabadi, die fungeert als vice-president van de Iraanse rechterlijke macht voor internationale zaken en secretaris-generaal van het Iraanse hoofdkwartier voor mensenrechten. Terwijl de aangeklaagden afkomstig waren uit verschillende landen, waaronder 17 uit Irak, waar Soleimani werd vermoord, en een onbepaald aantal uit Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, zei Gharibabadi dat “momenteel de aanklacht gericht is op Amerikaanse daders”, aldus de officiële nieuwsoutlet van de Islamitische Republiek.

“Deze zaak heeft nu 94 verdachten uit Amerika”, zei Gharibabadi. “Alle benodigde documenten zijn verzameld door de gerechtelijke autoriteiten en er liggen minstens drie volledige delen over deze 94 verdachten klaar.”

Van deze 94 zei hij dat “de drie belangrijkste verdachten”, Donald Trump, zijn toenmalige staatssecretaris Mike Pompeo en de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Generaal Kenneth McKenzie, hoofd van het Korps Mariniers van het Centraal Commando, zijn.

“Niemand zal immuun zijn voor gerechtelijke procedures”, waarschuwde Gharibabadi. “De uitgevaardigde aanklacht beschuldigt deze 3 mensen volledig, en het gerechtelijk apparaat behandelt het, en op deze manier is er geen obstakel in het gerechtelijk apparaat voor ons.”

Terwijl hij zei dat Iraanse functionarissen medewerking hadden gekregen van hun tegenhangers in Irak, waar de Hoge Raad van Justitie ook een arrestatiebevel tegen Trump heeft uitgevaardigd, zei hij dat de VS en de twee Europese landen niet hebben meegewerkt aan verzoeken. Als zodanig betoogde hij dat Iraanse rechtbanken bereid waren om de vervolging van hun onderdanen eenzijdig voort te zetten in overeenstemming met het Verdrag van 1973 inzake de voorkoming en bestraffing van misdaden tegen internationaal beschermde personen, met inbegrip van diplomatieke agenten.

Iraanse militaire leiders hebben ook gezworen ’terug te slaan’ naar degenen die verantwoordelijk worden geacht voor de moord op Soleimani, die de rang van generaal-majoor bekleedde en de elite Islamitische Revolutionaire Garde (IRGC) Qods Force leidde op het moment van zijn moord. Onder degenen die samen met de Iraanse militaire leider omkwamen, was Abu Mahdi al-Muhandis, plaatsvervangend commandant van de Popular Mobilization Forces, een invloedrijke koepel van milities.

Een verklaring die maandag door de IRGC werd uitgegeven, beweerde dat het zo ‘snel mogelijk nemen van wraak op de daders en moordenaars van de martelaar Soleimeni’ een duidelijke en onschendbare manier is om dit te doen.

De Iraanse minister van Defensie Mohammad-Reza Gharaei Ashtiani waarschuwde maandag ook dat “het wreken van het bloed van generaal Soleimani op de permanente agenda van de strijdkrachten van het land staat en dat de commandanten en daders van deze laffe moord hun schandelijke straf zullen krijgen op een tijd en plaats waar ze niet eens aan kunnen denken, en dat de Islamitische Republiek Iran deze tijd en plaats zal bepalen.”