Breaking: Patiënten stoten spontaan transplantaties af na prik (onderzoek en video)

De lichamen van bepaalde ontvangers van (orgaan)transplantaties wijzen hun nieuwe orgaan of transplantaat af, en wetenschappers zeggen dat het coronavirus-vaccin de oorzaak kan zijn.

Volgens een nieuw onderzoek, gepubliceerd in het Journal of Clinical Medicine, worden acute cornea-allotransplantaten afgewezen door geïmmuniseerde patiënten die de procedure hebben ondergaan. Onderzoekers zeggen dat de onderliggende oorzaak verband kan houden met een systemische ontstekingsreactie die wordt opgewekt na het ontvangen van de prik.

Het hoornvlies is de buitenste laag van het oog. Hoornvliestransplantaten worden gebruikt om een ​​beschadigd hoornvlies te herstellen. De operatie staat bekend als een van de meest succesvolle orgaantransplantatieprocedures met lage afstotingspercentages. Het herstelt het gezichtsvermogen, vermindert oogpijn en verbetert het uiterlijk van het zieke hoornvlies.

Japanse onderzoekers verzamelden gegevens uit 23 onderzoeken. Een totaal van 23 ogen van 21 patiënten die corneatransplantatieprocedures hadden ondergaan, werden beoordeeld. De transplantaatafstoting gebeurde tussen de één dag tot zes weken na vaccinatie bij alle patiënten – sommigen die de procedure al twintig jaar geleden ondergingen.

“Naarmate het virus zich blijft verspreiden, worden aanvullende booster COVID-19-vaccins verwacht”, schreven de auteurs van de studie in de krant. “Daarom kan een goede follow-up bij ontvangers van een cornea-transplantaat, en interventies om afstoting van de cornea-allograft te voorkomen nadat ze de COVID-19-prik hebben ontvangen, van cruciaal belang zijn.”

Op de groeiende lijst van complicaties die verband houden met het vaccin staan onder meer bloedstolsels, hartontsteking en het Guillain-Barre-syndroom.

Casus

Hieronder volgt een van de casussen die de onderzoekers onderzochten.

In februari 2021 ging een 68-jarige vrouw naar het oogcentrum, nadat zij sinds een dag te maken had met een pijnlijk, rood linkeroog en snelle verslechtering van het gezichtsvermogen. Vier dagen eerder ontving ze haar eerste dosis op mRNA gebaseerd BNT162b2 COVID-19-vaccin (Pfizer-BioNtech). De volgende dag ontwikkelde ze matige systemische reacties, waaronder koude rillingen, spierpijn en vermoeidheid, gevolgd door onverwachte oogsymptomen op de derde dag.

Haar oculaire geschiedenis in het verleden omvatte een bilaterale lamellaire Descemet Stripping Automated Endothelial Keratoplasty (DSAEK) voor Fuchs’ cornea-endotheliale dystrofie en een linker re-do penetrating keratoplasty (PKP) voor mislukte DSAEK in oktober 2020. Er was geen andere relevante oculaire/medische geschiedenis in haar verleden. Twee maanden na PKP was haar gecorrigeerde gezichtsscherpte (BCVA) van haar linkeroog 6/18 met een helder hoornvliestransplantaat. Ze kreeg topisch prednisolon 0,5% QID voor het linkeroog en dexamethason 0,1% OD voor het rechteroog.

Spleetlamponderzoek bevestigde de diagnose van acute afstoting van het cornea-endotheeltransplantaat, bewezen door conjunctivale hyperemie, diffuse cornea-punctaatkleuring, cornea-transplantaatoedeem, Descemet’s plooien, verspreide keratische precipitaten en activiteit van de voorste kamer (Fig. 1). Het rechter corneatransplantaat bleef gezond.

A, B Spleetlampfotografie die conjunctivale hyperemie, corneatransplantaatwaas, diffuus cornea-epitheel en stromaal oedeem (binnen het transplantaat), Descemet’s plooien, verspreide keratische precipitaten (KP’s) en 1+ cellen in de voorste kamer aantoont. Er werd een ongebruikelijke verdeling van fluoresceïnekleuring met grove puntvormige epitheliopathie over het hoornvliestransplantaat waargenomen. De centrale corneadikte (CCT) was 730 m.

C, D Drie weken na de behandeling werd de afstoting van het corneatransplantaat met succes behandeld met een aanzienlijke verbetering van de transparantie van het transplantaat, vermindering van epitheliaal en stromaal oedeem en verdwijnen van epitheliopathie en ontsteking van de voorste oogkamer. De best gecorrigeerde gezichtsscherpte verbeterde tot 6/12, met een CCT van 609 m.

Behandeling [red: met tijdelijke of lange-termijn werking?]
De patiënt werd onmiddellijk behandeld met elk uur topisch dexamethason 0,1% en een week orale aciclovir 400  mg 5x/dag (ter dekking van elke mogelijke onderliggende herpes simplex keratitis), zonder aanpassing van de behandeling in het rechteroog. Aanzienlijke verbetering werd opgemerkt 3 weken na de behandeling.